kommernis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kom·mer·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kommernis kommernissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kommernisv

  1. zorg
     We konden in een boog rond het Amerikaanse kerkhof ‘Flanders Field American Cemetery and Memorial’, waar Barack Obama een bezoek zou brengen, maar wij kunnen ons plan B opbergen en zonder kommernis het voorziene traject afwerken’, meldde hij.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    vml
    “Geen last-minute wijzigingen Dwars door Vlaanderen door Obama” (26/03/2014), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be