kolonisator
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kolonisator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ko·lo·ni·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van koloniseren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kolonisator | kolonisatoren kolonisators |
verkleinwoord | kolonisatortje | kolonisatortjes |
Zelfstandig naamwoord
- mogendheid of iemand die koloniseert
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kolonisator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.