kolonelschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·lo·nel·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kolonelschap kolonelschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kolonelschapo

  1. het kolonel zijn; de functie van kolonel
     ,,Het kolonelschap van de Grenadier Guards was zijn meest gekoesterde titel en Andrew wil die terug”, zegt een bron tegen de Britse krant. Die meldt dat de prins er ook bij Elizabeth op heeft aangedrongen dat zijn dochters, de prinsessen Beatrice en Eugenie, werkende royals zouden worden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Prins Andrew wil weer volwaardig lidmaatschap Britse koninklijke familie” (12-06-2022), Tubantia