koksmuts

Uit WikiWoordenboek
1. Koks met een koksmuts

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koks·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koksmuts koksmutsen
verkleinwoord koksmutsje koksmutsjes

Zelfstandig naamwoord

de koksmutsv / m

  1. (hoofddeksel), (kookkunst) hoge witte muts
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be