koffiewagen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  koffiewagen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kof·fie·wa·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koffie zn  en  wagen zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koffiewagen	koffiewagens
verkleinwoord	koffiewagentje	koffiewagentjes

Zelfstandig naamwoord

de koffiewagen m

1. wagen waarmee men koffie kan rondbrengen

   ▸ De verdwijning van een nostalgische koffiekar kon vorige week snel opgehelderd worden dankzij moderne techniek. Een Duitse ondernemer ontdekte woensdag dat zijn ‘coffee-bike’ was verdwenen. De tot een ouderwetse koffiewagen omgebouwde bakfiets stond bovenop een auto-aanhanger geparkeerd op een bedrijfsterrein. Dankzij een ingebouwde gps-tracker kon de eigenaar zijn fiets via een appje in de gaten houden.

   ▸ John Pigge staat met een mobiele koffiewagen op de zaterdagmarkt in Nijverdal. Hij wil graag met een tweede wagen bij het NS-station in Nijverdal gaan staan.

Vertalingen

    1. wagen waarmee men koffie kan rondbrengen   

Engels: coffee cart (en), coffee truck (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'koffiewagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.