koffieverkoper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kof·fie·ver·ko·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koffie en verkoper
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koffieverkoper | koffieverkopers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de koffieverkoper m
- (beroep) iemand die koffie verkoopt om zijn boterham (bij de koffie) te verdienen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'koffieverkoper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.