koffiehuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kof·fie·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koffiehuis koffiehuizen
verkleinwoord koffiehuisje koffiehuisjes

Zelfstandig naamwoord

het koffiehuiso

  1. een uitspanning waar men koffie kan nuttigen
    • Er was daar een koffiehuis waar we lekker Turkse koffie geslurpt hebben. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid