koemarkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koemarkt koemarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koemarktv / m

  1. plaats waar men koeien verhandelt
    • Jaarlijkse koemarkt in Woerden (fotoserie): In Woerden vond woensdag de jaarlijkse koeienmarkt plaats. Hoogtepunt van de dag vormt de fokveekeuring op het Kerkplein. De jaarlijkse traditie, waarbij het publiek de mooiste koe van Woerden kiest, is ontstaan in 1410. [2] 
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen