koelkamer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koel·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koel ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koelkamer | koelkamers |
verkleinwoord | koelkamertje | koelkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheikunde) een kamer waarin de temperatuur laag gehouden wordt voor opslag van bederfelijke chemicaliën of het doen van experimenten
- We bereidden hemoglobine uit runderbloed in de koelkamer.
Gangbaarheid
- Het woord 'koelkamer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.