koelak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·lak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘Russische boer’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord koelak koelakken
verkleinwoord koelakje koelakjes

Zelfstandig naamwoord

de koelakm

  1. (geschiedenis) herenboer in het oude Rusland
    • Onder het bewind van Josef Stalin zijn ongeveer 90.000 koelakken omgekomen tijdens transport en nog eens 300.000 door honger en ziekte. 

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen