koekenbakken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  koekenbakken    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkukə(n)ˌbɑkə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• koe·ken·bak·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koek zn  en  bakken ww  met het invoegsel -en- 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
koekenbakken
onvolledig

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord}

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koek  en  bakken  met het invoegsel -en- 

Werkwoord

koekenbakken

1. het door middel van bakken vervaardigen van koeken

Afgeleide begrippen

• koekenbakker

Zelfstandig naamwoord

de koekenbakken mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koekenbak

Gangbaarheid

• Het woord koekenbakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.