koebraam

Nederlands

Koebraam met vruchten

Uitspraak

• Geluid:  koebraam    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• koe·braam

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koe zn  en  braam zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koebraam	koebramen
verkleinwoord	koebraampje	koebraampjes

Zelfstandig naamwoord

de koebraam v / m

1. (bloemplanten) Rubus ulmifolius  een soort uit het geslacht braam (Rubus ). Landelijk gezien is koebraam in Nederland een zeldzame soort. Haar landelijke verspreidingsgebied kent twee zeer uitgesproken zwaartepunten in Zuid-Limburg en in Zeeland, waar ze vrij algemeen is

Hyperoniemen

• braam, rozenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, vaatplanten, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'koebraam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] koebraam in het Nederlands Soortenregister N
• [1] koebraam op Wikidata