kocht terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kocht te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugkopen

kocht terug

  1. enkelvoud verleden tijd van terugkopen
    • Ik kocht terug. 
    • Jij kocht terug. 
    • Hij, zij, het kocht terug. 


Gangbaarheid