knoestig

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoes·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van knoest met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knoestig knoestiger knoestigst
verbogen knoestige knoestigere knoestigste
partitief knoestigs knoestigers -

Bijvoeglijk naamwoord

knoestig [1]

  1. van bomen dat de stam veel onregelmatigheden heeft door takken die vroeger zijn afgebroken
    • Van Ballycastle kunnen bezoekers ook door de 'Dark Hedges'-omgeving vlakbij Armoy wandelen, over een pad omzoomd met knoestige, die de jonge Ayra Stark passeerde in haar ontsnapping uit King's Landing. [2] 
  2. ruw en niet gladjes afgewerkt
    • Historische foto’s tonen de Duitse romanticus met een onbedaarlijke baard. Wellicht verblind door dit knoestige mogen dirigenten zijn muziek ook graag een baard aanmeten. In de symfonische wereld staat Brahms voor grootschalig en stroperig, zwaar en donkerbruin, voor duwen en trekken, voor rekken en strekken. Laat dit nu uitgerekend de Brahms zijn waar ik niet van hou. [3] 
    • „Ik heb nu het beste van twee werelden. De ene dag zit ik op kantoor of ben ik met een klant in bespreking. De andere dag sta ik op het land. Wij telen van oudsher wintertarwe, suikerbieten en agria-aardappels voor de industrie, friet en stamppot. Daar heb ik nu een nieuwe specialiteit aan toegevoegd: vergeten aardappels met een eigen karakter en een bijzondere smaak, zoals de Franse Roseval of Pink Fir Apple. Deze laatste soort dateert uit 1850, de victoriaanse tijd, en is een knoestige aardappel met een nootachtige smaak.” [4] 
Synoniemen
Anagrammen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 22 mei 2013 Game of Thrones-tours
  3. De Telegraaf THIEMO WIND 17 sep. 2012 Weeffout
  4. De Telegraaf PAOLA VAN DE VELDE 25 nov. 2013 Jurist wordt boer
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be