kniesde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knies·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kniezen |
kniesde
- enkelvoud verleden tijd van kniezen
- Ik kniesde.
- Jij kniesde.
- Hij, zij, het kniesde.
- Ik kniesde.