kneep af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kneep af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afknijpen

kneep af

  1. enkelvoud verleden tijd van afknijpen
    • Ik kneep af. 
    • Jij kneep af. 
    • Hij, zij, het kneep af. 


Gangbaarheid