kneedhaak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kneed·haak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kneden ww en haak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kneedhaak | kneedhaken |
verkleinwoord | kneedhaakje | kneedhaakjes |
Zelfstandig naamwoord
de kneedhaak m
- (kookkunst) deel van een huishoudmachine waarmee men (brood)deeg kan kneden
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kneedhaak" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be