knalblauw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knal·blauw
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knalblauw knalblauwer knalblauwst
verbogen knalblauwe knalblauwere knalblauwste
partitief knalblauws knalblauwers -

Bijvoeglijk naamwoord

knalblauw

  1. met heel opvallende blauwe kleur
    • "We hebben prachtig werk", vindt Rita. "Mensen zijn altijd vrolijk. Vooral kinderen maken het leuk. Die blije gezichten. Daarbij maak je leuke dingen mee. Er waren hier bijvoorbeeld een keer twee jongetjes, het jongste jongetje vroeg toen wat er in smurfenijs zat. Waarop zijn broertje zei: smurfen natuurlijk. Eric heeft toen een heel verhaal verteld over hoe hij 's ochtends het bos ingaat om smurfen te vangen, vandaag zat brilsmurf erin, vertelde hij. Eigenlijk is smurfenijs gewoon knalblauw vanille-ijs." [1] 
    • Mocht je een seventies-themafeest hebben, dan zit je met de iconische ABBA make-uplook geramd. Haal je knalblauwe oogschaduw en krultang uit de kast en tover jezelf om tot een echte Agnetha of Anni-Frid. Misschien moeten we die look ook maar weer eens terugbrengen in het straatbeeld, want nooit genoeg kleur en glitters, toch? [2] 
Antoniemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia 12-04-10, Zelfs met baby in de draagzak ijs verkopen
  2. De Telegraaf SIMONE VAN HUGTEN 15 jul. 2018 8 redenen waarom ABBA nog steeds verslavend leuk is
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be