knal neer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knal neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerknallen

knal (…) neer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerknallen
    • Ik knal neer. 
  2. gebiedende wijs van neerknallen
    • Knal neer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerknallen
    • Knal je neer? 

Gangbaarheid