klusman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klus·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klusman klusmannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klusmanm

  1. (beroep) iemand die vele werkjes kan opknappen in en rond het huis
     Patty Brard (61) is gecharmeerd van Eigen Huis en Tuin-klusman Thomas Verhoef (36). Van La Brard mag de tv-klusser, die voor haar een bed in elkaar knutselt, best blijven overnachten.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Suzanne Borgdorff
    “Patty Brard (61) wil naar bed met tv-klusser Thomas (36)” (27-01-2017), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be