klusgeluid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klusgeluid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klus·ge·luid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klus en geluid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klusgeluid | klusgeluiden |
verkleinwoord | klusgeluidje | klusgeluidjes |
Zelfstandig naamwoord
het klusgeluid o
- lawaai dat ontstaat hij het klussen
- Boren, hameren en zagen met een cirkelzaag veroorzaken hinderlijke klusgeluiden vooral 's avonds laat.
Gangbaarheid
- Het woord 'klusgeluid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.