Naar inhoud springen

klootzak

Uit WikiWoordenboek
  • kloot·zak
  • Van kloetzak (<klootsack), oudste bekende vermelding in het jaar 1644. [1] In de tegenwoordig vooral gangbare betekenis van scheldwoord voor iemand van het mannelijk geslacht voor het eerst aangetroffen in 1908 [2]
  • samenstelling van  kloot zn  en  zak zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord klootzak klootzakken
verkleinwoord klootzakje klootzakjes

deklootzakm

  1. (anatomie) balzak,  scrotum zn 
  2. (scheldwoord) doortrapte/gemene of erg vervelende man
    • Vliegen sloopt het klimaat, vlees eten is zielig en je bank financiert de wapenhandel. We weten het, maar handelen er niet naar. Omdat we nu eenmaal klootzakken zijn [3] 
    • De Duitsers antwoordden. Aan Franse zijde duurde het niet lang of iedereen had zich verzameld. Ze zouden die klootzakken hun vet eens geven. Het was 2 november 1918. Het was nog niet bekend, maar de oorlog zou nog minder dan tien dagen duren. [4] 
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]