Naar inhoud springen

klonteren

Uit WikiWoordenboek
  • klon·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klonteren
klonterde
geklonterd
zwak -d volledig

klonteren

  1. ergatief klonten vormen
    • De saus is geklonterd. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be