klokkespill

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈklɔkəspil /

Woordafbreking

• klokke·spill

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  klokke zn "klok"  en  spill zn "spel" 

Naar frequentie	zeldzaam

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	klokkespill	klokkespillet	klokkespill	klokkespilla klokkespillene
genitief	klokkespills	klokkespillets	klokkespills	klokkespillas klokkespillenes

Zelfstandig naamwoord

klokkespill, o

1. (muziekinstrument) beiaard, carillon, klokkenspel

   «Man fikk høre soloer, duetter, fiolinorkester, mandolinorkester, orgel- og pianomusikk, korsang og et interessant og vakkert klingende klokkespill.»

   Je hoorde solo's, duetten, vioolorkest, mandolineorkest, orgel- en pianomuziek, koorzang en een interessant en mooi klinkend carillon.

2. (muziekinstrument) schellenboom

Schrijfwijzen

• [1-2]:  klokkespell zn 

Opmerkingen

• Nynorsk: [1-2]:  klokkespel zn 

Zelfstandig naamwoord

klokkespill

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van klokkespill