klokkend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·kend

Werkwoord

vervoeging van: klokken
verbogen vorm: klokkende

klokkend

  1. onvoltooid deelwoord van klokken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen klokkend klokkender klokkendst
verbogen klokkende klokkendere klokkendste
partitief klokkends klokkenders -

Bijvoeglijk naamwoord

klokkend

  1. klokrond, wijd uitvallend
    • In het befaamde Clardige’s hotel in Londen showde Mulberry klokkende jassen met een ruit, bruine leren capes, rechte jurken met pailletten en truien met en royale col en wijde mouwen. [1] 
    • De klokkende mantels en gerende (uitwaaierende) en asymmetrische rokken van stug wol tot over de knie oogden vloeiend en elegant. [2] 
    • En er zaten ook juweeltjes bij. Zoals een blouse van organza met een volumineuze strik, een smaakvolle combinatie van een bruin bouclé jasje met een lichtblauwe leren kokerrok en bovenstukken met een klokkende rug. [3] 
  2. met een geluid dat duidt op gulzig drinken
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. De Telegraaf 04 jan. 2016 Burberry versus Mulberry
  2. De Telegraaf MICHOU BASU 04 jan. 2016 Cavalli en Prada maken het bont
  3. De Telegraaf MICHOU BASU 04 jan. 2016 Veel oh’s en ah’s bij Edouard Vermeulen