klokje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klok·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokje | klokjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
klokje o dim. tant.
- (plantkunde) grote variëteit aan planten met klokvormige bloemen
- horloge
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Zelfstandig naamwoord
klokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klok
Gangbaarheid
- Het woord klokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "klokje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ klokje op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Plantkunde in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %