klojo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klo·jo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klojo | klojo's |
verkleinwoord | klojootje | klojootjes |
Zelfstandig naamwoord
de klojo m
- (scheldwoord) iemand die aanrommelt, domme dingen doet
- Dat kan je verwachten van zo'n klojo.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord klojo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klojo" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ klojo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be