klittenband
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klittenband (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klit·ten·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klit en band met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klittenband | klittenbanden |
verkleinwoord | klittenbandje | klittenbandjes |
Zelfstandig naamwoord
het klittenband o
- een sluiting van aan elkaar klevend materiaal, wat betrekkelijk gemakkelijk losgemaakt kan worden
- ▸ Thuis had ik een systeem in elkaar geknutseld met klittenband die de paraplu aan mijn rugzak bevestigde, waardoor ik mijn handen vrijhield voor mijn wandelstokken.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord klittenband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klittenband" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be