klinkerplaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klin·ker·plaat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klinker en plaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klinkerplaat | klinkerplaten |
verkleinwoord | klinkerplaatje | klinkerplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) plaat met dubbele wapening, met klinkers van cement ertussen
Gangbaarheid
- Het woord 'klinkerplaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.