klimmers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klim·mers

Zelfstandig naamwoord

de klimmersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klimmer
     Toen ik de restanten van het eten dat Josh had achtergelaten, in de hiker box deed, haalde ik er een boek uit dat iemand had achter gelaten. Where the Mountain Casts Its Shadow, door Maria Coffey. Buiten aan de picknicktafel begon ik te lezen. Het gaat over de ervaringen van nabestaanden van overleden klimmers.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia