klimaatschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kli·maat·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klimaat en schade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimaatschade | - |
verkleinwoord | klimaatschadetje | klimaatschadetjes |
Zelfstandig naamwoord
- Schade die (door menselijk handelen) is of zal ontstaan aan het klimaat
- DNB vindt dat bedrijven moeten betalen voor veroorzaakte klimaatschade [1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'klimaatschade' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.