klewang

Uit WikiWoordenboek
Drie jonge Molukkers met speren en klewangs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·wang
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘kort, breed zwaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1768 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klewang klewangs
verkleinwoord klewangetje klewangetjes

Zelfstandig naamwoord

de klewangm

  1. (militair) een kort Indonesisch zwaard geschikt voor man-tot-mangevechten
    • Van Heutsz stelde de klewang verplicht voor zijn soldaten. 

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen