klere

Niet te verwarren met: kleren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klere    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈklerə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• kle·re

Woordherkomst en -opbouw

• Verbastering van kolere (wat weer een nevenvorm is van cholera); in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van ergernis’ voor het eerst aangetroffen in 1912. Verder te herleiden tot het Franse colère.
• [2] gebruik van een ernstige ziekte als deel van een krachtterm

	stellend
onverbogen	klere
verbogen	klere

Bijvoeglijk naamwoord

klere

1. (scheldwoord) beroerd, slecht, waar men grote afkeer van heeft

   • Die hele manier van doen is toch gewoon klere, man!. 

2. (informeel) (pejoratief) gebruikt als eerste deel van samenstelling om het negatieve karakter van het tweede deel te versterken

   • Terug naar de parkeerplaats is echt een klere-eind lopen. 

Afgeleide begrippen

• klerestreek
• kleretijd
• kleretroep
• klerevent
• klerewijf
• klerezooi

Verwante begrippen

• klerelijer

Gangbaarheid

• Het woord 'klere' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.