kleintjes

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klein·tjes

Zelfstandig naamwoord

kleintjes mv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kleine

kleintjes mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kleintje

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be