kleine platschelp

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleine platschelp    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klei·ne plat·schelp

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  kleine  en platschelp

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleine platschelp	kleine platschelpen
verkleinwoord	klein platschelpje	kleine platschelpjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine platschelp v / m

1. (tweekleppigen) Asbjornsenia pygmaea  een tweekleppige uit de familie Tellinidae . De schelp is dunschalig en langwerpig. De top ligt niet in het midden. De buitenkant heeft een zeer fijne, horizontale ribbelstructuur. Lengte tot 10 mm, hoogte tot 6 mm. Lichtgeel of oranje met vanuit de top stralende, verticale kleurbanden. Strandmateriaal is vaak verkleurd

Hyperoniemen

• platschelpen, tweekleppigen, weekdieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'kleine platschelp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.