kleincirkel

Een kleincirkel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleincirkel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klein·cir·kel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klein  en  cirkel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleincirkel	kleincirkels
verkleinwoord	kleincirkeltje	kleincirkeltjes

Zelfstandig naamwoord

de kleincirkel m

1. (wiskunde) (aardrijkskunde)een cirkel op een bol waarvan de middelpunten niet samenvallen; de doorsnede van de cirkel is kleiner dan die van de bol, en het vlak van de cirkel verdeelt de bol in ongelijke delen

   • De breedtecirkels zijn bekende kleincirkels. 

Antoniemen

• grootcirkel

Verwante begrippen

• breedteparallel, parallel, poolcirkel, keerkring

Vertalingen

    1. cirkel op bol met verschillende middelpunten   

Duits: Kleinkreis (de) m Engels: small circle (en)

Frans: petit cercle (fr) m

Gangbaarheid

• Het woord 'kleincirkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.