kledingstijl
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kle·ding·stijl
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kleding zn en stijl zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kledingstijl | kledingstijlen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kledingstijl m
- de wijze waarop men zicht kleedt; een bepaalde manier van kleden die past bij een bepaalde groep mensen
- ▸ En mevrouw Christina Curtholmen deed niet langer onwillekeurig aan Mrs. Ro binson denken, omdat ze haar kledingstijl radicaal had veranderd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord kledingstijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535