kledingstijl

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·ding·stijl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kledingstijl kledingstijlen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kledingstijlm

  1. de wijze waarop men zicht kleedt; een bepaalde manier van kleden die past bij een bepaalde groep mensen
     En mevrouw Christina Curtholmen deed niet langer onwillekeurig aan Mrs. Ro binson denken, omdat ze haar kledingstijl radicaal had veranderd.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535