klavichord

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klavichord    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌklaviˈxɔrt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kla·vi·chord

Woordherkomst en -opbouw

• van middeleeuws Latijn clavichordium

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klavichord	klavichords klavichorden
verkleinwoord	klavichordje	klavichordjes

Zelfstandig naamwoord

het klavichord o

1. (muziekinstrument) langwerpig vierkant toetsinstrument dat behoort tot de muzikale familie van de toetsinstrumenten

   • Het klavichord speelde met zijn zachte klank vooral in de kamermuziek uit de 17e en 18e eeuw een grote rol. 

Synoniemen

• klavechord (uitspraakvariant)

Vertalingen

    1. langwerpig vierkant toetsinstrument dat behoort tot de muzikale familie van de toetsinstrumenten.   

Duits: Klavichord (de) o Engels: clavichord (en)

Frans: clavicorde (fr) m Spaans: clavicordio (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord klavichord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.