klapekster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klapekster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klap·ek·ster
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
- samenstelling van klap ww en ekster zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klapekster | klapeksters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Lanius excubitor vogel ter grootte van een merel met een kenmerkende haaksnavel en zwart-grijs verenkleed uit de familie der klauwieren
- kletser
Synoniemen
- [2] keuvelaar
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
- Amerikaanse klapekster, Cabanis' klapekster, Chinese klapekster, grijsrugklapekster, Iberische klapekster, kleine klapekster, noordelijke klapekster, Tibetaanse klapekster
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord klapekster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "klapekster" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ klapekster op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).