klantenbestand
Uiterlijk
- klan·ten·be·stand
- samenstelling van klant en bestand met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klantenbestand | klantenbestanden |
verkleinwoord |
het klantenbestand o
- database met gegevens over klanten en hun aankopen
- WPG wil de DNA-informatie over boeken graag uitruilen met de informatie die webwinkel bol.com heeft over het gedrag van lezers, op basis van zijn klantenbestand. Zo kan zowel de uitgever als de webwinkel boeken en lezers nog beter aan elkaar koppelen.[1]
1. database met gegevens over klanten en hun aankopen
- Het woord klantenbestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Hanneke Chin-A-Fo Toef Jaeger een onzer redacteuren 23 maart 2017