klamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klamheid klamheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klamheidv

  1. het warm en vochtig zijn
    • De Huastecas is een andere wereld. Het is een stukje tropische regenwoud verdwaald in de halfwoestijn van de Mexicaanse deelstaat San Luis Postosí. Van het ene op het andere moment verandert het decor. Van dor geelbruin wordt het landschap sappig groen. De droge woestijnhitte maakt plaats voor broeierige klamheid. [2] 
    • Het geheim van de hoge aaibaarheidsfactor van de film zit meteen in het begin. De guitige Ferris neemt ons in vertrouwen door recht in de camera te praten en ons deelgenoot te maken van zijn snode plannen. De nog piepjonge Matthew Broderick speelt deze pientere tiener, die op een zonnige dag besluit vandaag maar eens niet naar school te gaan. En passant geeft hij een aantal handige tips over het simuleren van een griepje: spuug in je handen om klamheid na te bootsen, maar doe nooit alsof je koorts hebt, want dan wordt de dokter gebeld. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Peter Conradi 30 september 1998 Het kleinste reuzenrad ter wereld
  3. NRC Mariska Graveland 13 december 2001 Griepje simuleren
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be