kirkestat

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • kir·ke·stat
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en stat
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkestat     kirkestaten     kirkestater     kirkestaterne  
genitief   kirkestats     kirkestatens     kirkestaters     kirkestaternes  

Zelfstandig naamwoord

kirkestat, g

  1. (religie) de Kerkelijke Staat, de Pauselijke Staat
Verwante begrippen

Verwijzingen