kirkehistorisk
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- kir·ke·hi·sto·risk
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van het Deense zelfstandige naamwoord kirke en het Deense bijvoeglijke naamwoord historisk met het achtervoegsel -isk
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | kirkehistorisk | ||
o enkelvoud | kirkehistorisk | |||
meervoud | kirkehistoriske | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
kirkehistoriske |
Bijvoeglijk naamwoord
kirkehistorisk
Verwante begrippen
Verwijzingen
- kirkehistorisk in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk