kipsalade

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kipsalade
Uitspraak
Woordafbreking
  • kip·sa·la·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kipsalade kipsalades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kipsaladev / m

  1. een salade met kip
    • Omdat ik geen varkensvlees eet nam ik een broodje met kipsalade. 
    • Samen met dertig scholieren zat Rosiri in het vliegtuig naar Salou. Voor haar neus stond koude kipsalade, in de stoel naast haar hing een zwaar ademende klasgenoot en in het landschap beneden onderscheidde ze enkele autowegen. [1] 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Iris Koppe 15 juli 2006
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be