kinderspeelgoed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kin·der·speel·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kind en speelgoed met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderspeelgoed | - |
verkleinwoord | kinderspeelgoedje | kinderspeelgoedjes |
Zelfstandig naamwoord
- (speelgoed) speelgoed bestemd en geschikt voor kinderen
Gangbaarheid
- Het woord kinderspeelgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.