kijk weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kijk weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegkijken |
kijk weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkijken
- Ik kijk weg.
- gebiedende wijs van wegkijken
- Kijk weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkijken
- Kijk je weg?
Gangbaarheid
- Het woord kijk weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.