kiekt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kiekt

Werkwoord

vervoeging van
kieken

kiekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieken
    • Jij kiekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieken
    • Hij kiekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kieken
    • Kiekt!