keurvorst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keur·vorst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keurvorst keurvorsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de keurvorstm

  1. rijksvorst in het Heilige Roomse Rijk die het recht had om de Rooms-koning, of later de keizer, te kiezen
    • De keurvorst van Saksen voerde al jaren oorlog met de koning van Zweden om de Poolse troon.[1] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen