keukentafel

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·ken·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keukentafel keukentafels
verkleinwoord keukentafeltje keukentafeltjes

Zelfstandig naamwoord

keukentafel v/m

  1. De tafel in de keuken wordt gebruikt om aan te eten en om het eten te bereiden.
     Nu liet hij zich aan de keukentafel zakken en verborg zijn gezicht in zijn handen.[1]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be