keukenprinses

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·ken·prin·ses
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keukenprinses keukenprinsessen
verkleinwoord keukenprinsesje keukenprinsesjes

Zelfstandig naamwoord

de keukenprinsesv

  1. een vrouw die heel goed kan koken
    • 2016 was zo hard het jaar van de onopgevoede dictators dat ik eindigde met een enorme honger naar burgerlijke ongehoorzaamheid. Niet evident voor een keukenprinses. Honger los ik doorgaans op door olijfolie in een pan te gieten, een ui te snipperen enzovoort.[1] 
    • Ze wil het eigenlijk niet verklappen, maar toch geeft keukenprinses Miljuschka Witzenhausen aan haar 107.000 Instagram-volgers haar keukengeheimen prijs. Het blijken verdraaid handige tips. Want wist je al dat een onrijpe avocado sneller eetbaar is als je 'm in een zak met bananen stopt?[2] 
    • Culinair journalist Johannes van Dam (1946-2013) schreef vooral Madame Saint-Ange na (pseudoniem van schrijfster Marie Ébrard), volgens Van Dam de grootste keukenprinses aller tijden. Madame waarschuwde in 1927 al voor te lang weken, want daardoor wellen die bonen alleen maar op met smakeloos weekvocht.[3] 
  2. (schertsend) (verouderd) een brutale, bazige onafhankelijke keukenmeid
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 9 DECEMBER 2017
  2. Tubantia Suzanne Borgdorff en Tom Tates 21-NOVEMBER-2017
  3. Volkskrant Marcus Huibers 14 januari 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be